Geluk zit in de zee, een cockpit en een flesje bier
Wat begon met oprechte interesse en verdiepende gesprekken, resulteerde in een onvergetelijke reis naar Osaka en een bijzondere nieuwe vriendschap.
Als je de blog hebt gelezen, begrijp je waarom ik:
...geloof dat oprechte interesse kan leiden tot bijzondere avonturen
...een Japanse Rice Lager heb gebrouwen als verrassing voor de KLM-crew
...dankbaarheid belangrijker vind dan materiële rijkdom
...besef dat geluk niet normaal is, maar iets om te koesteren
Een ananas uit Ecuador
Iedere week duik ik de zee in. Samen met een random groepje gekkies dat zin heeft om alle negatieve gedachten af te laten sterven in water van 7 graden. Die uitleg heb ik overigens niet zelf bedacht, maar overgenomen van Tom Trago, die kennelijk in Bergen aan Zee hetzelfde doet op regelmatige basis (hoorde ik in een interview).
Er is een harde kern, zoals bij elk clubje. Met Frits als initiatiefnemer en een bonte verzameling individuen die aanhaken wanneer het uitkomt.
Zo ook Michiel. Jonge, slimme vent. Wonend met gezin in hetzelfde dorp. Sportief, altijd rennend naar zee, en in gesprek oprecht geïnteresseerd. Aan het begin van mijn cold exposure-carrière raakte ik al snel met hem aan de praat. Ik waardeer het als mensen vragen stellen die leiden tot échte gesprekken. En dat is precies wat Michiel deed.
Hij ontdekte vrij snel mijn geheime bierbrouw-appgroep en kwam bij een proeverijtje langs met een ananas onder zijn arm. Had hij meegenomen uit Ecuador. De dag ervoor was hij daar nog. “Op vakantie?”, vroeg ik. Nope. Hij had de kist van KLM daar naartoe gevlogen.
Ik dacht meteen, wat vet — hij is piloot.
Na wat prikkelende vragen heen en weer belandden we op die borrel in een oneindig gesprek over avonturen, bestemmingen, verantwoordelijkheden, groepsdynamieken, logistieke uitdagingen en, vanzelfsprekend, ouderschap.
Een lijstje met drielettercodes
Op een willekeurige winterochtend op het strand kwam het concept IPB ter sprake: indien plaats beschikbaar. Een regeling van KLM waardoor personeel mensen mag meenemen op reis, mits er stoelen vrij zijn. Of ik zin had in een avontuurtje, vroeg Michiel. Hij kreeg het idee dat ik daar wel voor openstond. Zit een kern van waarheid in.
“Waar gaan we heen?”, vroeg ik. Nou, ik mocht kiezen. Een lijstje met drielettercodes van vliegvelden volgde in WhatsApp. ChatGPT hielp me met ontcijferen. Bestemmingen van minimaal 7 uur vliegen. Van Mexico tot Kaapstad. Van Zuid- en Noord-Amerika naar… Japan.
Ik werd gek.
Ik koos Japan.
En ja hoor, 23 juni stond een tripje Osaka in de planning. En ik mocht mee. Vier dagen, inclusief de lange reis: 12 uur heen, 14 uur terug. Wat een ongelofelijke mazzelaar was ik. En ben ik. Want ik typ dit stukje in de Boeing op de terugvlucht naar Amsterdam, en knijp nog steeds in m’n arm om te checken of ik niet droom.
Soms gebeurt er iets dat je niet kunt plannen. Je kunt het alleen ontvangen.
Geen doosjes Merci bij de gate
De hele trip was één groot avontuur. Precies zoals op het strand besproken. Een blik achter de schermen bij de KLM-crew. Met elkaar op stap in het bruisende Osaka. Het was fantastisch.
Maar dit kon ik natuurlijk niet zomaar laten gebeuren. Zo zit ik niet in elkaar. Ik moest iets terugdoen. En dat had ik op diezelfde winterochtend al besloten. Michiel en zijn collega’s ga ik niet bedanken met een doosje Merci bij de gate. No way José. Ik was iets anders van plan.
In Japan brouwen ze ook bier. Niet alleen met gerst of tarwe, maar ook met rijst. Daar halen ze suikers uit. Denk aan de Sapporo, een Japanse rice lager. Een knetterfris, citrusachtig blond bier dat verdacht veel op een pilsje lijkt, maar droger afdrinkt en frisser smaakt — als je het mij vraagt.
Ik wilde dat bier altijd al eens brouwen. Nu had ik een uitstekend excuus. Alleen: lagers hebben tijd nodig. Geen probleem, kwestie van plannen. En hij was precies op tijd klaar.
De donderdag voor vertrek kwam Michiel nog even langs om de laatste details door te nemen. Ik pakte mijn moment en vertelde hem over de vers getapte rice lager, én dat ik ruim 10 liter in flesjes had gedaan voor hem en zijn collega’s. Hij vond het geweldig. En voor ik het wist stelde hij voor om een paar flesjes mee te nemen naar Japan, zodat we bij aankomst in het hotel een proeverij konden doen. Met de hele crew. Top idee!
Bij boarding in Amsterdam gaf ik de Senior Purser een envelop met een kaart van mij, met een cryptische boodschap in het Japans. En twee pecanboterkoeken van de Roset — want dat zijn gewoon de lekkerste. De boodschap werd vrij snel vertaald, maar nog niet meteen begrepen. Ze begonnen te gissen. Heerlijk. Plan geslaagd.
In de bus van Osaka Airport naar het hotel mocht ik mezelf aan de crew voorstellen. En ik vroeg of ze om 17:00 uur naar een n.t.b.-locatie wilden komen voor een verrassing. De jetlag was stevig, maar bijna iedereen kwam.
De proeverij was een hit. Vragen, gelach, verwondering. Ze bedankten me hartstochtelijk en zeiden dat dit wel een heel bijzondere IPB-bijdrage was.
Ik dacht: “Bijzondere bijdrage? Ík mocht mee naar Osaka. Dát vond ik pas bijzonder.”
Moraal van het verhaal
Als je oprechte interesse toont, gaan er deuren open. Dan ontstaan er gesprekken die ergens over gaan. En soms — als je geluk hebt — beland je in een cockpit richting Japan.
Zoiets krijg je niet door erom te vragen, maar door aandacht te geven en oprecht nieuwsgierig te zijn.
En als je dan zoiets bijzonders meemaakt, wil je iets teruggeven. Niet uit plichtsgevoel, maar uit creativiteit en dankbaarheid. Een verrassing brouwen – letterlijk – voelt dan voor mij als een vanzelfsprekend gebaar.
Geluk zit voor mij niet in bezit of status, maar in dit soort ervaringen: onverwacht, echt, en gedeeld met anderen die ook hun hart volgen.
Een hele dikke shout-out gaat naar de hele cabin en cockpit crew, met in het bijzonder First Officer Michiel.
Dank. Het was onvergetelijk.
Tot de volgende!
🙇🏻♂️
Maarten